Carte blanche van het plateform « Stop militarisation »

5% van het BNP voor het leger? Wanneer is het genoeg?


Op 24 en 25 juni komen de NAVO-leden bijeen voor een top in Den Haag. Bovenaan de agenda staat de verhoging van de militaire uitgaven tot 5% van het Bruto Nationaal Product (BNP). Een doelstelling die een verhoging van het jaarlijkse budget van het Belgische leger van 8 naar 30 miljard euro zou betekenen1. De totale militaire uitgaven van alle NAVO-leden zouden stijgen van 1.300 naar 2.350 miljard euro. Op dinsdag 17 juni bevestigde premier De Wever voor het parlement dat België deze nieuwe doelstelling tijdens de top zou steunen.

Deze astronomische stijging van de militaire uitgaven wordt voorgesteld als “dringend” om ons te ‘verdedigen’, gezien de “chronische desinvestering” in onze legers in de afgelopen decennia. Op basis van deze verklaarde urgentie heeft de regering in april al ingestemd met een verhoging van het budget van het Belgische leger tot 2 % van het BNP vanaf dit jaar (een verhoging van 4 miljard per jaar dus), terwijl in het regeerakkoord werd aangekondigd dat deze ambitie tegen het einde van de legislatuur zou worden gerealiseerd. Amper enkele weken later wordt een nieuw absurd doel van 5 % overwogen voor de komende acht tot tien jaar.

Dit argument van “urgentie” houdt echter geen rekening met de feiten. Het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek in Stockholm (SIPRI) herinnert ons eraan dat in 2024 “de totale militaire uitgaven in Europa met 17 % zijn gestegen tot 693 miljard dollar, ofwel 83 % meer dan in 2015”, wat de grootste regionale stijging ter wereld is. In deze context vormt het militaire budget van België geen uitzondering, aangezien het tussen 2017 en 2024 is verdubbeld. De Russische militaire uitgaven (149 miljard dollar), die worden voorgesteld als de belangrijkste reden voor onze “herbewapening”, vertegenwoordigen slechts een fractie (minder dan 10 %) van de gecombineerde uitgaven van alle NAVO-lidstaten en minder dan een derde van de militaire begrotingen van de Europese NAVO-lidstaten (454 miljard dollar).

Laten we niet vergeten dat de Belgische regering en de Europese Unie in het voorjaar hebben aangedrongen op een verdere verhoging van de militaire budgetten om “ons lot in eigen handen te nemen” naar aanleiding van de verklaringen van president Trump, waarin hij een toekomstige terugtrekking van de Verenigde Staten uit Europa aankondigde.

Slechts enkele weken later werd deze verklaring terzijde geschoven en werd de voorgestelde verhoging tot 5 % door Trump zelf voorgesteld en door de andere NAVO-leden overgenomen. Donald Trump heeft dit percentage aan het begin van het jaar op volstrekt willekeurige wijze voorgesteld, zonder zijn bondgenoten te raadplegen. Het verhogen van de militaire uitgaven dient rechtstreeks de economische belangen van de Verenigde Staten, zowel om hun eigen militaire industrie te versterken als om hun militaire

uitgaven in verband met Europa te beperken. Laten we duidelijk zijn: dit is een extra “Trump-belasting”.

Daar gaat dus de “dringende strategische autonomie” die door de Europese regeringen wordt bepleit: de Amerikaanse militaire industrie vertegenwoordigt 64 % van alle wapens die door de Europese NAVO-leden worden geïmporteerd. In België zijn we van plan om extra F-35-vliegtuigen te bestellen, waardoor onze afhankelijkheid van de Verenigde Staten nog groter wordt. Terwijl onze regeringen elkaar verdringen met tegenstrijdige verklaringen om deze exponentiële versnelling van de militarisering van onze samenlevingen te rechtvaardigen, wrijven de wapenfabrikanten zich in de handen. En onze veiligheid brokkelt nog verder af.

De toenemende stijging van de militaire uitgaven gaat onmiskenbaar ten koste van de middelen die nodig zijn om de veiligheid van de  mensen en de planeet daadwerkelijk te waarborgen. De regering van Arizona maakt daar overigens geen geheim van: de verhoging van de militaire uitgaven tot 2 % van het BNP staat synoniem voor drastische bezuinigingen op zaken die ons dagelijks leven daadwerkelijk veiliger maken: sociale zekerheid, pensioenen, gezondheidszorg, een plan ter bestrijding van de klimaatverandering, internationale solidariteit en humanitaire hulp, diplomatie en armoedebestrijding. Het doel van 5% is in dit kader ronduit rampzalig.

In plaats van effectief te werken aan veiligheid, reduceren de Belgische regering en de NAVO dit concept tot een kwestie van militaire confrontatie en verbinden zij zich ertoe nog meer middelen te concentreren op de ontwikkeling van ons militair apparaat. Daarmee veroorzaken  en provoceren onze landen de toenemende militarisering van de rest van de internationale arena. Ze vergroten de kloof tussen de staten nog verder.

Multilaterale samenwerking is echter precies datgene waarop alle politieke wil moet worden gericht als we daadwerkelijk de internationale situatie willen kalmeren en de meest urgente bedreigingen voor onze veiligheid, zoals de klimaatcrisis, oorlogen, genocide, armoede, honger of kernwapens, willen aanpakken.

Temeer daar de afgelopen decennia hebben aangetoond dat militaire suprematie niet effectief is.

Na de Koude Oorlog erkenden de wereldleiders de absurditeit van de wereldwijde wapenwedloop en werd een reeks verdragen inzake controle en wederzijds vertrouwen ontwikkeld. Door deze positieve dynamiek voelden we ons geleidelijk aan veiliger. Vandaag zijn de meeste van deze verdragen opgezegd en bekijken de staten elkaar met argusogen. In deze explosieve context is elke verhoging van onze militaire budgetten een onverantwoorde en ongerechtvaardigde vlucht naar voren.

Lichen Ullmann, Vredesactie en Samuel Legros, CNAPD
Namens het platform “Stop militarisation”